Veel gestelde vragen
In onderstaande lijst vind u antwoorden terug op veel gestelde vragen, heeft u een bijkomende vraag of vindt u geen antwoord stel uw vraag via ons contactformulier
Wanneer moet mijn hond/pup gevaccineerd worden?
Een pup wordt een eerste maal op 6 weken gevaccineerd, dit gebeurt meestal bij de fokker.
Op 9 weken en 12 weken krijgt de pup dan een herhalingsenting bij uw dierenarts.
Daarna volgt een jaarlijkse herhaling van de vaccinaties.
Als uw hond naar een kennel, hondenhotel of hondenschool gaat, raden we u ten sterkste aan om in zo'n geval de hond te laten inenten voor kennelhoest, ook al wordt het niet verplicht door de kennel. De complicaties van kennelhoest kunnen ernstig zijn.
Hieronder volgen de vaccinatieschema's die onze persoonlijke voorkeur verdienen, met dien verstande dat de moederdieren goed gevaccineerd zijn. Deze schema's kunnen altijd aangepast worden naargelang omstandigheden zoals bvb. infectiedruk, vaccinatiestatus van de moeder en andere.
Vaccinatieschema HOND |
|
---|---|
6 weken |
Parvo, Hondenziekte. |
9 weken |
Parvo, Hondenziekte, Infectieuze leverziekte, Leptospirose, Parainfluenza (onderdeel van kennelhoest) |
12 weken |
Leptospirose, Kennelhoest (Parainfluenza + Bordetella bacterie) |
Op de leeftijd van 1 jaar en 12 weken worden alle basisvaccinaties herhaald. Nadien worden parvo, hondenziekte en infectieuze leverziekte driejaarlijks herhaald. Leptospirose en kennelhoest vereisen een jaarlijkse herhaling. |
Hoe vaak moet ik mijn pup/kitten ontwormen?
Hond |
Pups: op 2, 4, 6 en 8 weken leeftijd |
Kat |
Kittens: 3, 5, 7 en 9 weken leeftijd |
Hoe moet ik de omgeving van mijn hond/kat behandelen tegen vlooien?
Vlooieneieren, larven en poppen overleven niet op gladde vloeren, maar enkel in textiel (tapijten, beddengoed, mandjes), spleten in parketvloeren, onder kasten m.a.w. overal waar er geen licht reikt. (De larven schuwen licht.) Mechanische reiniging bij middel van een stofzuiger zal door trillingen vlooien uit hun coccons jagen en zo verwijderen. Zo wordt chemische behandeling van het tapijt zoveel efficiënter. Chemische behandeling (spray) remt de ontwikkeling in het tapijt van vlooienei tot vlooienpop.
Welk middel kan ik het beste gebruiken voor de bestrijding van vlooien bij mijn volwassen hond/kat?
Afhankelijk van het leefmilieu van uw dier, zijn leeftijd en diverse factoren kan een keuze gemaakt worden tussen vlooienbanden, pipetjes of pillen. Voor meer informatie kan u terecht in onze praktijk.
Hoe kan ik mijn pup/kitten het beste behandelen tegen vlooien?
Er bestaan middelen van bepaalde merken die op zeer jonge leeftijd kunnen gebruikt worden, zelfs vanaf tien dagen.
Mijn hond/kat gaat mee naar het buitenland in de vakantie. Moet hij daarvoor ook speciale entingen hebben?
Elke hond/kat die mee gaat naar het buitenland moet naast de gewone jaarlijkse inentingen ook gevaccineerd worden tegen hondsdolheid (=rabiës). Meestal moet dit een maand vóór vertrek. Niet elk land stelt dezelfde voorwaarden voor de invoer van de hond
Wanneer men met een hond, kat of fret wil reizen (zowel binnen als buiten België, zowel binnen als buiten de EU) dient het dier aan bepaalde voorwaarden te voldoen. Het dier moet namelijk gechipt en geregistreerd zijn, in het bezit zijn van een geldig Europees paspoort.
Voor reizen binnen België is de inenting tegen hondsdolheid (razernij of rabiës) verplicht op campings en caravanparken in heel België en voor alle uitstapjes ten zuiden van Samber en Maas.
Alle dieren die reizen buiten België moeten gevaccineerd zijn tegen hondsdolheid (rabiës). de duur van geldigheid begint ofwel 21 dagen na toediening van de vaccinatie ofwel onmiddellijk in geval van een hervaccinatie voor dat de geldigheidtermijn van de vorige vaccinatie verstreken is.
De geldigheidsduur van het vaccin bedraagt binnen de EU drie jaar.
Dieren jonger dan 15 weken, kunnen geen geldige rabiesenting hebben gehad, en worden NIET toegelaten te reizen naar andere landen!
Er moet een gezondsheidsverklaring in het Europees paspoort worden afgetekend door uw dierenarts, waarin bevestigd wordt dat het dier in goede gezondheid verkeert en mag reizen.
Als u reist met vijf of meer dieren, moeten die onderworpen worden aan een klinisch onderzoek. Verder moet het paspoort aangevuld met een bijkomend certificaat, dat wordt uitgegeven door de Provinciale Controle Eenheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de voedselketen (FAVV).
Een behandeling tegen de worm Echinococcus multilocularis is noodzakelijk vóór het reizen naar Ierland, Finland, Malta of Verenigde Koninkrijk. De behandeling moet ten vroegste 120 uur en te laatste 24 uur vóór de geplande binnenkomst in één van die lidstaten gebeuren.
Alle dieren die reizen buiten de EU moeten, buiten alle bovenvermelde voorzorgen, ook een bloedonderzoek ondergaan, ten minste 30 dagen na devaccinatie en 3 maanden voor het vertrek. Dit bloedonderzoek moet aantonen dat het dier voldoende antistoffen tegen rabiës heeft opgebouwd, en dus dat de vaccinatie tegen hondsdolheid voldoende gewerkt heeft.
Dit onderzoek moet gebeuren in een speciaal labo, dat erkend is door de Europese Unie.
Dit Bloedonderzoek is verplicht voor het reizen naar landen buiten de EU, behalve indien anders bepaald door het FAVV.
Wanneer moet mijn kitten/kat gevaccineerd worden?
Een kitten wordt in tegenstelling tot een pup pas een eerste maal gevaccineeerd op 9 weken, ze moet dan minstens 700 gram wegen. Daarna wordt het kitten op 12 weken gevaccineerd. Daarna is er een jaarlijkse herhaling van de vaccinaties nodig.
Vaccinatieschema KAT |
|
---|---|
Leeftijd |
Welke ziekten |
9 weken |
Kattenziekte, Niesziekte, (+ Leucose voor buitenkatten) |
12 weken |
Kattenziekte, Niesziekte (+ Leucose voor buitenkatten) |
Nadien wordt de vaccinatie jaarlijks herhaald om een goede bescherming te behouden. |
Hoe vaak moet ik mijn volwassen hond/kat ontwormen?
Ons advies is om uw hond drie tot vier keer per jaar te ontwormen. Hetzelfde advies geldt voor uw kat. Mocht u echter een besmetting met wormen vermoeden, mag u zonder problemen de behandeling herhalen.
Wat moet ik doen als ik vermoed dat mijn dier vergif heeft opgenomen?
Best kan je ons zo snel mogelijk contacteren, wij kunnen het dier doen braken met een speciale injectie.
Het dier doen braken door zout toe te dienen wordt afgeraden. Ook melk toedienen om de giftstoffen ‘te binden’ werkt averechts, door het toedienen met (vetrijk) voedsel wordt immers het spijsverteringsstelsel extra geactiveerd, waardoor de giftstoffen nog sneller worden opgenomen.
Neem indien mogelijk de verpakking van het gif mee naar de dierenarts!
Mijn dier wordt ouder, heeft hij/zij extra verzorging nodig?
Elke diersoort heeft een verschillende gemiddelde levensduur. Binnen eenzelfde diersoort kan de gemiddelde levensduur zelfs variëren naargelang het ras. Kleine rassen worden over het algemeen ouder dan grote rassen.
In het algemeen noemen wij een hond boven de 7 jaar een senior, bij katten spreken we van senioren boven de 10 jaar.
Het verouderen gaat ook gepaard met een groter risico op allerlei aandoeningen. Langzaam aan zullen zijn organen wat minder goed gaan werken en de kans op het ontstaan van bepaalde ziektes neemt toe. Omdat het zo geleidelijk gaat, vallen de symptomen vaak pas op als de ziekte al in een gevorderd stadium is. Een jaarlijks bezoek aan de dierenarts kan zeker bijdragen tot het behoud van de gezondheid van uw ouder wordende dier. Soms worden symptomen van een ernstige aandoening verkeerdelijk als "normaal voor een ouder dier" geïnterpreteerd door de eigenaar.
Een regelmatig bloedonderzoek is zeker aan te raden. Soms kan uw dierenarts nog andere bijkomende onderzoeken aanraden, zoals een radiografie, een echografie, of andere. Zo kunnen bepaalde aandoeningen vroegtijdig opgespoord worden. Een tijdige behandeling kan de levensduur van uw huisdier aanzienlijk verlengen en de levenskwaliteit aanzienlijk verbeteren.
Hoe help ik mijn dier tijdens zijn seniorjaren?
- Zorg voor een comfortabele, zachte en propere ligplaats. Tegenwoordig bestaan er zelfs "orthopedische bedden" voor de met arthrose geplaagde viervoeter.
- Zorg voor dagelijks vers water en aangepaste seniorvoeding.
Waarom? Het is normaal dat uw huisdier bij het ouder worden wat minder actief wordt. Hierdoor heeft uw hond ook minder calorieën nodig. Een aangepaste seniorenvoeding is niet enkel qua calorieën, maar ook qua voedingsstoffen volledig aangepast aan het leven van een oudere hond.
Noteer veranderingen in de wateropname en eetlust.
- Verwacht niet te veel van uw seniorhond! Hij of zij zal wel achter een balletje willen rennen, maar doe dit met mate. Arthrose, leeftijdsgebonden spieratrofie (verminderde spieromvang) en andere ouderdomsproblemen kunnen hun tol eisen.
Wanneer moet ik mijn dierenarts raadplegen?
- Toegenomen stijfheid of manken, moeilijker trappen lopen, moeilijk opstaan
Dit kan bijvoorbeeld wijzen op arthrose. Tegenwoordig bestaat er goede medicatie om de pijn die deze aandoening veroorzaak te verminderen.
- Slecht ruikende mondgeur, bloedend tandvlees
Een goede mondhygiëne is niet enkel belangrijk voor de tanden en de mond, maar ook voorde algemene gezondheid!
Bij elke kauwbeweging van een erg ontstoken mond kunnen kiemen in het bloed dringen en zo hart, lever en nieren bereiken.
Bij het verouderen kan er tandplak, tandsteen en tandvleesontsteking ontstaan. Een tandreiniging, samen met aangepaste medicatie en voeding kan noodzakelijk zijn.
Daarenboven kunnen gezwellen in de mond, algemene infecties en ziekten zoals nierinsufficiëntie een slechte mondgeur veroorzaken.
- Overmatig hijgen tijdens/na een inspanning, regelmatig hoesten
Dit kan wijzen op problemen van hart en bloedvaten. Veel oudere dieren krijgen door slijtage problemen met de hartkleppen en daardoor hartinsufficiëntie.
Een snelle diagnose en aangepaste medicatie kan erge problemen voorkomen.
- Problemen met de melkklieren en de geslachtsorganen
Let bij een ouder wordende, niet gesteriliseerde dieren zeker ook op de loopsheden. Noteer wanneer ze loops wordt.
Dit kan uw dierenarts extra informatie verschaffen als uw hond verdacht wordt van een baarmoederprobleem.
Controleer haar zelf ook regelmatig op gezwellen van de melkklieren of vraag uw dierenarts om dit te doen bij iedere check-up.
- Bij een ouder wordende reu moet gelet worden op teelbalkanker en/of een vergrote prostaat.
- Veranderingen in het gewicht en/of de eetlust
Uw dier krijgt best een aangepaste voeding aangepast aan zijn leeftijd en gezondheidstoestand.
Naargelang deze toestand kan uw dierenarts u een speciaal aangepaste voeding aanraden, bv. bij nierproblemen, zwaarlijvigheid, tandproblemen...
Signaleer elke verandering in gewicht en/of eetlust aan uw dierenarts. Dit kan soms wijzen op een inwendig probleem.
- Verandering in wateropname en plasgedrag
Als uw dier veel meer gaat drinken dan voorheen, wijdt dit dan niet aan "de leeftijd". Dit is vaak een symptoom van een ernstig probleem.
De meest voorkomende oorzaken van een verhoogde wateropname zijn suikerziekte, slecht werkende nieren en bij vrouwelijke dieren een baarmoederontsteking.
Urinedruppelen en/of in huis plassen zijn ook probleemsignalen. Dit kan o.a. wijzen op infecties, steentjes in de blaas of urinewegen, een verminderde controle over de blaas en bij reuen prostaatproblemen.
- Vermindering van de zintuiglijke functies (al dan niet plotse blindheid, gehoorverlies), scheve kopstand
Verschillende oorzaken zijn mogelijk, consulteer uw dierenarts. Bij een suikerziek dier kan er zich bijvoorbeeld in een paar dagen tijd staar (cataract) ontwikkelen.Cognitieve veranderingen, gedragsveranderingen,…
Dieren kunnen, net zoals mensen, lijden aan leeftijdsgebonden dementie.
Een aantal symptomen hiervan kunnen zijn: algemene verwarring (uw hond herkent u niet meer zo vlot), desoriëntatie, blaffen op ongepaste tijdstippen (bv. 's nachts en zonder reden), de dag voor de nacht nemen en omgekeerd, in huis plassen, ...
Er bestaat een behandeling die een deel van de honden doet verbeteren.
Ook kunnen sommige hormonale aandoeningen, problemen met zicht en gehoor of chronische pijn aanleiding geven tot agressief gedrag.
- Haarverlies en/of een slechte huid
Dit kan natuurlijk op elke leeftijd voorkomen, maar het mag zeker niet genegeerd worden. Dieren kunnen hun huid enorm beschadigen door te likken, te bijten en te krabben.
Huidtumoren, wratten en talgklierontstekingen komen frequenter voor bij oudere dieren, dus hoe sneller het dier onderzocht en behandeld wordt, hoe beter.